La dinámica de los precios de los metales no sólo son altamente relevantes para los consumidores debido a sus amplios usos en diversas industrias, sino también para una serie de países productores. Para estos países, la obtención de exportación son a menudo la principal fuente de ingresos. Por lo tanto, el examen preciso de los precios de los metales, su largo y corto plazo el comportamiento cíclico, y su co-movimiento es esencial para fines de cepillado y de previsión económica. Este estudio examina la dinámica de 20 series de precios mensual de una variedad de productos minerales durante los últimos 100 años. En comparación con los primeros estudios, que están restringidos ya sea a la historia de los últimos 50-60 años o se basan en los datos de frecuencia anual, este conjunto de datos es una gran ventaja. Co-movimiento, a corto plazo los ciclos y los ciclos de súper se analizaron por medio de métodos estadísticos comunes y se comparan con los resultados en la literatura. Los resultados sugieren que los precios del metal no necesariamente siguen patrones similares. Aunque un patrón común es discernible dentro de ciertos grupos de metales, tales como metales preciosos y metales no ferrosos, otros grupos de metal como los metales y aleaciones de acero eléctrico puede mostrar muy diferentes dinámica de los precios con respecto a los ciclos de co-movimiento y los precios a corto plazo. Sin embargo, los resultados en la literatura en relación con los ciclos super (1910-1938, 1938-1968, 1968-1996, 1996-en curso) puede normalmente ser confirmado por los datos que figuran en este estudio.
Het kaartspel SET, dat gespeeld wordt met 81 kaarten waarop verschillende geometrische afbeeldingen staan, werd in het begin van de jaren '90 populair en heeft sindsdien ook de belangstelling van wiskundigen gewekt. In dit artikel modelleren we het kaartspel aan de hand van een vierdimensionale vectorruimte over het veld 𝔽3. Deze vectorruimte kunnen we interpreteren als meetkundige ruimte met een eindig aantal punten. Via deze interpretatie worden drie kaarten uit het kaartspel die een set vormen voorgesteld door drie collineaire punten. We proberen in dit artikel een bewijs te geven van de stelling dat de kleinste verzameling van speelkaarten die altijd minstens één set bevat, bestaat uit 21 kaarten. De berekeningen steunen aanvankelijk alleen op combinatorische tellingen en op het duivenhokprincipe. In de laatste bewijzen van dit artikel maken we ook gebruikt van de methode van de dubbele telling.
Dit project over tensegrities past in het thema van de Nacht van de Toren jaargang 2016. Tijdens deze openschoolnacht draait alles rond evenwicht. Tensegrities (in het Nederlands: houtje-touwtje-constructies) zijn composities met zwevende houten staafjes die elkaar niet raken maar die toch in evenwicht blijven door de gepaste trekspanning in de verbindingstouwtjes. Hoewel het assortiment aan kunstzinnige tensigrities zeer groot is, focussen we ons hier slechts op het type waarbij de staafjes een eenbladige hyperboloïde (een ruimtelichaam in de vorm van een koeltoren) afbakenen.